ik zal later nog wat voorbeelden aandragen waar chatgpt flink de fout ingaat
-
....................................anthroposophy-humanism-transhumanism-posthumanism
'De ondernatuur moet als zodanig worden begrepen: RudolfSteiner, maart 1925.89 |
Inleidende opmerking |
De lezer van dit boek zal zich misschien afvragen wat het verband kan zijn van de daarin beschreven thema's met dit addendum. Het antwoord is in het laatste hoofdstuk hiervan te vinden waar getoond wordt hoe het zoeken naar een geestelijke relatie tot Rudolf Steiner en tot zijn belangrijkste esoterische daad op aarde - de Kerstconferentie als grondsteenlegging voor de antroposofische vereniging - de geestelijke hulp kan worden om een noodzakelijk tegenwicht te creëren tot zowel het computer- en internetwezen als het elektronisch openbaar maken van de esoterische teksten van Rudolf Steiner. |
Het esoterische wezen van het internet |
Het wezen van het internet laat zich esoterisch het beste begrijpen op basis van de voordracht die Rudolf Steiner op |
137 |
Addendum I |
De esoterische achtergronden van de elektronische media |
soort nieuw natuurrijk zal doen ontstaan. Dit monsterachtige natuurrijk zal zich tussen het minerale en het plantenrijk ontwikkelen en na de hereniging van de maan met de aarde in het 7e tot Be millennium tot leven komen. |
De imaginatie van het spinnenweb |
Het is bijna beangstigend hoe precies en raak Rudolf Steiner dit monsterachtige rijk met betrekking tot de huidige wereldsituatie heeft beschreven: 'En uit de aarde zal een vreselijk gebroed van wezens omhoog komen, die naar hun aard tussen het minerale rijk en het plantenrijk in staan als automaatachtige wezens met een hoogontwikkeld verstand, met een intensief verstand. Met dit naar boven komen van deze wezens, dat op de aarde zal plaatsvinden, wordt de aarde als met een net overdekt, een web van verschrikkelijke spinnen, spinnen met een reusachtige wijsheid die echter naar hun organisme niet eens tot het plantenbestaan reiken, verschrikkelijke spinnen, die in elkaar verstrikt zullen raken, die in hun uiterlijke bewegingen alles zullen imiteren wat de mensen hebben uitgedacht met het schaduwachtige intellect, dat zich niet heeft laten inspireren voor wat moet ontstaan door een nieuwe imaginatie, door geesteswetenschap in het algemeen. Alles wat de mensen met zulke gedachten denken die irreëel zijn, dat wordt concreet. De aarde zal overdekt zijn [ ... ] met verschrikkelijke mineraal-plantaardige spinnen, die zich met veel verstand, maar verschrikkelijk boosaardig in elkaar verstrengelen. En de mens [ ... ] zal met zijn wezen vervlochten raken met deze verschrikkelijke mineraal-plantaardige spin-gedrochten: (GA 204, 13.5.1921) Die spingedrochten zullen dan een uitgesproken ahrimanisch karakter hebben. Als we nu, in de tijd van de wereldwijde verbindingen via computer en internet, deze profetische woorden van de geestonderzoeker lezen, dan is het verbijsterend om te zien hoe snel |
deze profetie al begonnen is werkelijkheid te worden op aarde. Het is alsof Rudolf Steiner met zijn geestesblik het huidige internet van de andere kant van de drempel heeft gezien en heel precies heeft beschreven, waarbij hij de mensen uitdrukkelijk waarschuwde dat in een niet al te verre toekomst met de hereniging van maan en aarde, dit hele internet -computerweb en helemaal alles wat met de ontwikkeling van het kunstmatige intellect is verbonden, plotseling tot leven zal komen en de mens 'zal met zijn wezen vervlochten raken met deze verschrikkelijke mineraal- plantaardige spin -gedrochten: Als we dan zien hoeveel mensen, vooral jongeren, al regelrecht computerverslaafd zijn en zeer veel tijd voor het beeldscherm doorbrengen, zonder voldoende de wil te hebben om daar ook weer mee op te houden, dan kunnen we ons voorstellen hoe oneindig veel groter de afhankelijkheid van dit spinach tige rijk zal zijn wanneer in de toekomst dit hele web levend zal worden. Dan zal de mens nauwelijks de kans hebben om zich daaraan weer te onttrekken. Het afschrikwekkende beeld van een insect in een web van een grote en gulzige spin, die zich tevergeefs probeert te bevrijden, geeft een treffende voorstelling van deze toekomst van de mensheid. En het zal een zeer belangrijke taak zijn om met de middelen van de witte magie zulke mensen te bevrijden uit hun gebondenheid met deze wezens. |
Met opzet bedacht |
Nu wijst Rudolf Steiner in de genoemde voordracht er ook op dat er onder de mensheid bepaalde occulte kringen zijn die weet hebben van dit gevaar dat op de mensheid toekomt en dit gevaar bewust willen bevorderen door het met opzet geheim te houden: 'Want er zijn ook [mensen] die met alle middelen bewust mee willen werken aan het in spinsels wikkelen van het aardse mensenbestaan: (GA 204, 13.5.1921) Als we deze woorden van Rudolf Steiner serieus nemen, |
139 |
dan lijdt het geen twijfel dat juist deze occulte kringen die de boven omschreven geheimen kennen en toch de mensheid in die onzalige richting willen duwen, voor het internet, als het passende vehikel voor het bereiken van deze toekomst, ook de juiste naam hebben gevonden en als een geheimcode lieten verbreiden: www - world wide web (wereldwijd spinnenweb). Naar mijn mening behoren deze occulte kringen tot de geheime broederschappen van het Engelstalige Westen, waarover - en over hun occult politieke doeleinden - Rudolf Steiner zo veel ter verheldering heeft gezegd in zijn voordrachten tijdens de Eerste Wereldoorlog (GA 173, deel I). Daarmee is niet bedoeld dat zij die het internet deze benaming hebben gegeven zelf tot die occulte kringen moeten behoren. Zulke mensen zijn meestal min of meer randfiguren die alleen maar gebruikt worden, zonder ook maar iets daarvan te weten. We kunnen ons ook afvragen of uit diezelfde bron niet nog enkele andere benamingen in de wereld gekomen kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld een Hotelketen in Duitsland met de naam 'Sorat' (het grootste hotel daarvan bevindt zich in het centrum van Berlijn) of wereldwijd verbreide satelliet -antennes, waar op het midden van de schotel met grote letters de naam 'SatAn' staat geschreven; of we stuiten dikwijls in computersystemen op demonische beelden en woorden: bijvoorbeeld bij de internetbrowser 'Mozillà de kop van een rode draak (Apocalyps 12.3) en soortgelijke zaken. Aan het eind van de geciteerde voordracht noemt Rudolf Steiner nog, alsof hij de latere tegenwerpingen van sommige antroposofen betreffende dit feit heeft voorzien: 'De mensen zouden de ogen willen sluiten voor deze dingen, en willen zeggen: Nou ja, die dingen hebben toch niet veel te betekenen. Maar de tekens zijn er wel zeker, en de tekens moeten door de mensen worden begrepen: (GA 204, 13.5.1921) En tot die tekens, die in onze tijd duidelijk moeten worden gezien en beslist moeten worden begrepen, vooral door antroposofen, behoort ook het volgende. |
Het getal van het dier |
Volgens de occulte leer van de kabbala hebben alle Hebreeuwse letters een overeenkomstig getal. Rudolf Steiner beschrijft dit uitvoerig in de elfde voordracht van zijn Apocalyps-cyclus, waar het om het ontcijferen van de naam van de zonnedemon - 'Sorat' - gaat. (GA 104, 29.6.1908) Bij die gelegenheid wees hij erop dat het getal-equivalent van de letter w (in Hebreeuws waw) 6 is. Daaruit blijkt dat de occulte betekenis van ·www·-·666·is. de naam van het dier uit de afgrond, waarover in de Apocalyps op verborgen manier wordt gezegd: 'Hier spreekt wijsheid. Wie denken kan, zegge welke waarde het getal van het beest heeft. Het is het getal van een mens. En zijn getal is zeshonderd zes en zestig: (Apocalyps 13-18) De verwijzing naar het 'getal van een mens' wil hier zeggen dat het dier, dat zelf geen menselijke natuur bezit, iets wat van de mens afkomstig is, voor zijn aanvallen tegen de mensheid zal gebruiken. En daartoe behoort mijns inziens ook het internet en eigenlijk alles wat met kunstmatige intelligentie van doen heeft. Daaruit volgt dat de doeleinden van de genoemde occulte kringen niet alleen betrekking hebben op het geestelijk inspinnen van de mensheid, maar ook om dit uiteindelijk in zijn geheel in dienst van Sorat te stellen. Maar omdat deze laatste bij uitstek de vijand is van het Ik-principe, moet het inspinnen van de mensheid in de levend geworden kunstmatige intelligentie onvermijdelijk leiden tot geleidelijk verlies van het ik. |
Binden aan de ondernatuur |
Dat de digitale industrie precies in deze richting wordt gestuurd, is steeds duidelijker in te zien. Nu worden er nog chips geproduceerd als basis van de computers, waarin vooral elektriciteit als informatiedrager, respectievelijk geheugen wordt gebruikt. De volgende generatie chips staat echter al voor de deur. Daarin |
141 |
wordt niet alleen elektriciteit, maar ook licht als informatiedrager gebruikt. Daardoor zal een chip van dezelfde grootte duizendvoudig meer informatie-eenheden kunnen bevatten. En dit is nog niet het hoogtepunt van de betreffende ontwikkeling, want er zijn al firmàs bezig met toekomstige chips die geen licht meer als informatiedragers zullen hebben, maar microbiologische elementen. Deze nieuwe 'biologische chips' zullen nog oneindig veel meer informatie-eenheden dragen dan de 'lichtchips: Daarbij zullen deze 'bio-chips', op grond van het feit dat ze vol elektriciteit zullen zijn, ongetwijfeld van meet af aan vast aan de ondernatuur gebonden zijn. Zo gaat de hele ontwikkeling overduidelijk in de richting van de hierboven aangegeven imaginatie van Rudolf Steiner over het spinnenweb dat de aarde zal omspannen en dat later tot leven zal komen. |
Elektronisch samengeperst |
Iets dergelijks, hoewel in een andere vorm, gebeurt bij een CD (Compact Disc), DVD (Digital Versatile Disc) of een HDD (Hard Disc Drive, externe harde schijf). Om te begrijpen waarom het hier eigenlijk gaat, moeten we bedenken dat de kosmische intelligentie van de zon - die vroeger door Michaël werd beheerd, op de aarde is gekomen en daar menselijke intelligentie werd (WV-b4, 19.7.1924) - door een geweldig proces van samentrekking of verenging is gegaan. Deze intelligentie wordt, voor zover deze in de mens niet door Ahriman wordt gepakt, na de dood van de mens bij de uitbreiding van zijn etherische lichaam in de kosmos op 'natuurlijk wijze' steeds weer vrij, dus in een proces dat het tegendeel is van verschrompelen. Alleen door het beoefenen van de moderne scholingsweg, die de ontwikkeling van het levende denken behelst, kan deze uitbreiding van gedachten terug in de geestelijke wereld, al tijdens het aardeleven worden bewerkstelligd, daar waar een bewuste verbinding van de mens met de kosmos en daar met Michaël zelf, kan plaatsvinden. |
142 |
Ahrimanische machten die Sorat dienen, werken dit, vooral na 1998 ( |
Antroposofische inhouden |
Door de digitalisering van het werk van Rudolf Steiner - deze grootste uitgave van verzamelde werken die op aarde bestaat liggen de gevolgen van het proces van het 'samengeperst zijn' in ahrimanische zin voor de hand. Deze verzamelde uitgave omvat nu ca. 350 delen; om ze op een gewone CD op te slaan, zijn een groot aantal disks nodig. Maar door de DVD-technologie kunnen alle 350 delen op slechts twee of drie schijfjes samengeperst worden. En op een HDD blijft er naast alle delen ook nog genoeg plaats over voor de verzamelde kunstzinnige nalatenschap. Als je maar een beetje gevoel voor de spirituele kant van deze zaak krijgt, dan kun je alleen al bij het nadenken daarover, bijna fysieke pijn voelen. Tegelijk wordt - in tegenstelling tot de boekdrukkunst die, |
143 |
ook al draagt het een ahrimanisch stempel, toch door de manier waarop het oorspronkelijk uitgevonden en gebruikt werd en wordt, tot op zekere hoogte met de natuurwereld blijft verbonden - door deze ongelofelijke fixatie en samenpersing van geestelijke inhouden veroorzaakt, dat door CD, DVD en computer alles nog veel dieper in de ondernatuur wordt getrokken. Daar hebben de ahrimanische machten echter een buitengewone kracht, waarmee ze in de naaste toekomst nog veel grotere technische 'wonderen' zullen voortbrengen dan tot op heden het geval was. We mogen daarbij niet ten prooi vallen aan de illusie dat we internet of CD/DVD op dezelfde manier kunnen 'veredelen, als Rudolf Steiner dat voor de drukkunst heeft aangegeven. Want in het rijk van de ondernatuur zijn de hindernissen heel wat groter. Een van de redenen is dat de voornaamste voorwaarde die Rudolf Steiner voor het veredelen van de boekdrukkunst aangeeft in dit geval zo goed als helemaal niet uit te voeren is: 'Maar door alles wat in de wijsheid van Michaël leeft met heilige ernst op te nemen moeten we de boekdrukkunst veredelen!' (WV-b4, 20.7.1924). Bij internet, DVD of HDD daarentegen wordt de inhoud gereduceerd tot het niveau van alleen maar abstracte informatie, die bovendien nog volledig in stukjes wordt gehakt (hier duikt meteen het beeld op van de door Typhon in stukjes gesneden Osiris), en zodanig onder de mensen wordt gebracht dat het van meet af aan al zo goed als onmogelijk is om daar een 'heilige ernst' tegenover te zetten. |
De äwaalleer van de tweeledigheid' |
Als we tegen deze achtergrond naar het wezenlijke van de computer zelf kijken, dat wil zeggen op de manier waarop daar informatie wordt bewerkt en opgeslagen, dan zien we dat daar alles gebaseerd is op de dualiteit (nul of één, ja of nee, goed of fout, waar of niet waar), die dan zuiver kwantitatief door |
144 |
oneindige herhalingen in verschillende combinaties eindeloos kan worden vermenigvuldigd. Dit principe dat de basis van het computerwezen is, noemt Rudolf Steiner 'de dwaalleer van de tweeledigheid: (GA 194, 21.9.1909)91 Daarmee is dan ook direct die kracht in de mensheidsontwikkeling verbonden, die in onze tijd het sterkst vecht tegen de impuls van Michaël, die zelf altijd met het getal 'drie' verbonden is. 'De dwaalleer van de tweeledigheid heeft zich immers in dit nieuwe bewustzijn genesteld, ten koste van de waarheid over de drieledigheid' (id.). En daarna beschrijft Rudolf Steiner verder hoe alles wat door de inspiratie van Michaël ontstaat, altijd drievoudig is: ofhet nu gaat om de driegeleding van het sociale organisme, de drieheid van de gestalten in het beeldhouwwerk van Rudolf Steiner, de indeling van de grondsteenmeditatie en nog zoveel meer. Hier heeft de antroposofische vereniging en vooral de hogeschool een heel speciale opgave: bewust tegenover het ahrimanische principe van de tweeledigheid, dat vooral door het computerwezen wereldwijd verbreid is, het michaëlische principe van de drieheid te stellen als belangrijkste bouwelement van een toekomstige spirituele cultuur en dat principe op alle gebieden van het menselijke leven en handelen te verwerkelijken. |
De incarnatie van Ahriman |
Over de tweeledigheid zegt Rudolf Steiner verder in dezelfde voordracht: 'Alles, wat in deze dwaalleer werkt, is in de grond van de zaak scheppende kracht van ahrimanische invloeden, invloeden die zich eens zullen concentreren in de incarnatie van Ahriman, waarover ik al eerder heb gesproken' (id.). Daaruit volgt dat de hele computer- en internetindustrie nu het meest effectieve middel is om de komende incarnatie van Arhiman voor te bereiden, respectievelijk zijn werkzaamheid op aarde onder voor hem zo gunstig mogelijke voorwaarden te laten verlopen. Want het web van ahrimanische spinnenwe- |
145 |
zens dat zich door het internet rondom de aarde vormt, zal van meet af aan direct verwant zijn aan Ahriman, die in een fysiek lichaam zal verschijnen, en zal hem bijzonder succesvol dienen en uitgesproken gunstige mogelijkheden voor zijn werkzaamheid bieden. Nu al vinden we op internet de meest lage en lasterlijke aanvallen tegen RudolfSteiner zelf, de antroposofie, de vrijescholen en andere antroposofische instellingen en dochterbewegingen. En deze wereldwijde verbreiding en schadelijke werking is met de vroegere werking door middel van de boekdrukkunst niet te vergelijken. Het lijdt geen twijfel dat dit in de naaste toekomst nog sterker zal worden, vooral met het verschijnen van de volledige 'Gesamtausgabe' op internet en op HDD, omdat dan het gehele verzamelde werk van Rudolf Steiner direct en snel 'te vinden' is en zonder enige moeite beschikbaar zal zijn om het te doorzoeken op vermeende 'te bekritiseren passages: |
Het omgaan met de computer |
Wat hier gezegd is, betekent echter niet dat we daarom de computer of het internet moeten mijden of helemaal niet moeten gebruiken. Het hoort bij onze tegenwoordige civilisatie en we moeten toch rekening houden met de grootste ahrimanische verzoekingen die in onze tijd op de mensheid afkomen en in de toekomst nog veel uitgebreider op ons af zullen komen. Doorslaggevend is alleen, zoals bij veel soortgelijke problemen waarvoor de huidige civilisatie ons stelt, of de mens de dingen beheerst (hier computer en internet) of dat deze de mens zullen beheersen. Het laatste gebeurt des te makkelijker als de mens ertoe geneigd is, dat wat Rudolf Steiner heeft meegedeeld niet ernstig genoeg te nemen of zelfs te ignoreren en dientengevolge zelf niet meer te merken wat hij op dit gebied in werkelijkheid doet. Als de mens zijn autonomie ten opzichte van de computerwereld wil behouden, dan moet hij heel pre- |
des onderscheiden wat hier als zuiver technische hulp voor zijn werk nodig is, of waar hij de grens overschrijdt waarachter, in het begin vaak bijna ongemerkt, de ahrimanische verzoeking de overhand begint te krijgen. In het laatste geval loopt de mens het gevaar steeds meer, en meestal zonder het zich bewust te zijn, een instrument te worden voor doelen die hem vreemd zijn, zodat hij zelflangzaam in de ondernatuur 'meeglijdt'.92 |
Lezen in het astrale licht |
In de voordracht van Een eerste stap in deze anti-michaëlische richting werd gedaan met de boekdrukkunst, die met haar ahrimaniserende tendens direct door de tegen Michaël werkende onderaardse 'ahrimanische anti-school' is geïnspireerd: 'In de boekdrukkunst moeten we weliswaar een geestelijke macht zien, maar dan wel een geestelijke macht die door Ahriman als tegenstander van Michaël is geplaatst: (WV-b4, 20.7.1924) Het is in de wereld van nu al te merken dat deze ahrimaniserende tendens nog verder voortschrijdt in de moderne, gedigitaliseerde vormen van de drukkunst, en zelfs een zekere culminatie zal bereiken om nog veel effectiever haar doel te kunnen |
147 |
nastreven: De mensen lostornen van hun vermogen om in het astrale licht te kunnen lezen, waarmee ze dan Michaël in de geestelijke wereld zouden kunnen ontmoeten. |
De nieuwe imaginaties |
Dat het internet niet alleen polair staat tegenover de michaëlische sfeer in de geestelijke wereld, maar zelfs haar ahrimanische tegenbeeld laat zien, blijkt uit de beschrijving van Rudolf Steiner over het wezen van de kosmische intelligentie: 'Intelligentie, dat zijn de wederzijdse gedragsregels van de hogere hiërarchieën. Wat zij doen, hoe zij met elkaar omgaan, hoe zij zich tot elkaar verhouden, dat is kosmische intelligentie: (WV-b5, 8.8.1924) Een dergelijke werking, maar nu onder de mensen op aarde, wordt in toenemende mate door het internet opgeëist. Hier wordt op zuiver ahrimanische manier een wereldwijd net gecreëerd door zoveel mogelijk mensen met elkaar te verbinden, maar zo dat daardoor de hele mensheid steeds meer wordt afgesneden van de kosmos en de hiërarchieën en wordt ingesponnen in het web dat hier eerder als ahrimanisch spinnenweb werd beschreven. De michaëlische intelligentie is vanuit de geestelijke wereld op de aarde gekomen om het de mensen mogelijk te maken vrijheid van inzicht te verkrijgen. In de elektronische media wordt echter het absolute tegenbeeld van de michaëlische intelligentie kunstmatig voortgebracht, een intelligentie die zuiver ahrimanisch van oorsprong is. Dientengevolge wordt de mensheid in toenemende mate afgescheiden van de mogelijkheid om de ware geestelijke wereld via het denken te bereiken. En omdat deze afscheiding steeds verder voortschrijdt, 'wordt het menselijke intellect [ook in antroposofische context] steeds schaduwachtiger: (GA 204, 13.5.1921) Vooral sinds het wereldwijd invoeren van het computerwezen heeft dit proces zich uitermate versneld. Om daar tegenwicht aan te bieden, is het noodzakelijk in de huidige 'schaduwachtige verstandsbegrippen' en de 'scha- |
duwachtige intellectuele voorstellingen' de 'nieuwe imaginaties' van de geesteswetenschap tot zich te nemen. (id.) Maar in plaats daarvan worden bij het samenpersen van de antroposofische inhouden op DVD ofHDD de levende imaginaties van de antroposofie als zuiver intellectuele 'informatie' in het wereldspinnenweb als in een occulte gevangenis opgesloten. |
Het bijzondere van de klasse-teksten |
Naar aanleiding van wat hiervoor werd beschreven kunnen we de publicatie van de klasse-teksten (ook de rituele en andere esoterische teksten van Rudolf Steiner) op HDD als bijzonder tragisch beleven. Want Rudolf Steiner heeft heel specifiek het fundamentele verschil naar voren gebracht tussen deze inhouden en zijn overige geesteswetenschappelijke voordrachten. De laatste zijn aan de mensen in gedachte- of ideeënvorm gegeven en daardoor van meet af aan als het ware met een beschermende omhulling omgeven. (Daarom kon Rudolf Steiner na de Kerstconferentie ook tot een algemene publicatie over de conferentie besluiten). Met de inhouden van de klasse-teksten is het echter volkomen anders gesteld. Daar is een substantie die rechtstreeks van Michaël zelf (vanuit de bovenzinnelijke Michaëlschool) komt en daarom haar oorspronkelijk vorm van imaginaties behoudt, wat een geheel andere omgang daarmee vereist. Rudolf Steiner wijst op deze fundamentele eigenschap van de klasse-inhouden met de volgende woorden: 'Het zal dus in het algemeen nodig zijn dat de mens de geestelijke wereld eerst in de vorm van ideeën leert kennen. Op deze wijze wordt de geesteswetenschap in de Algemene Antroposofische Vereniging beoefend. Maar er zullen mensen zijn die de beschrijvingen van de geestelijke wereld willen bijwonen, die van de ideeënvorm opstijgen tot uitdrukkingswijzen die aan de geestelijke wereld zelf ontleend zijn ... Voor die mensen zullen er de drie klas- |
149 |
sen van de 'school' zijn. Daar zal het werk in een stijgende lijn een steeds hogere graad van de esoterie bereiken. De 'school' zal de deelnemer meenemen naar gebieden van de geestelijke wereld die niet in de vorm van ideeën onthuld kunnen worden. Op die gebieden zal het noodzakelijk zijn om uitdrukkingsmiddelen voor imaginaties, inspiraties en intuïties te vinden: (WV-02, 20.1.1924) Dienovereenkomstig moet het omgaan met de klasse-inhouden in vergelijking met de inhouden van de algemene voordrachten van Rudolf Steiner fundamenteel verschillend zijn. Om die reden benadrukte hij, na het vrijgeven van zijn voordrachten, des te sterker de noodzakelijkheid van deze zo totaal andere handelwijze ten opzichte van de klasseinhouden. |
Gevaren en opgaven |
In een persoonlijk gesprek wees Rudolf Steiner eens op het grootste toekomstige gevaar voor de antroposofie: haar toenemende intellectualisering, waardoor ze aan Ahriman, de heer van de dood, in handen wordt gegeven.93 De uitgave van het werk van RudolfSteiner op internet en op HDD brengt het verhoogde gevaar met zich mee dat daardoor een verdere stap naar intellectualisering en versnippering van de antroposofie wordt gestimuleerd. Tegenover deze situatie moet daarom het esoterische werk bewust en versterkt geïntensiveerd worden en ook bij de bestudering van de teksten van Rudolf Steiner moet met zorg elke intellectualisering vermeden worden. Hij zelf verwachtte van zijn leerlingen een dergelijke omgang met zijn werk: Niet met het abstracte en steeds schaduwachtiger wordende intellect, maar met het 'hart: dat in michaëlische zin 'begint gedachten te hebben,94 om daarmee het vermogen te verwerven tot ware imaginaties te komen. Alleen daardoor zal in de mens zelf een plek ontstaan waar |
150 |
het antroposofische wijsheidsgoed tegen Sorat en de hem dienende ahrimanische machten wordt beschermd, zodat het in de mensheid kan voortleven. Het zo behartigen van de antroposofie kan een primaire taak zijn voor alle groepen in de antroposofische vereniging. In een iets latere voordracht komt Rudolf Steiner, als om het thema van het zich rond de aarde vormende spinnenweb samen te vatten, nogmaals terug op dit thema en plaatst het direct in verband met de doelen die Ahriman koestert voor wat betreft de aarde-evolutie. 'Dat is het ideaal dat Ahriman zou willen bereiken: de individualiteiten van de mensen vernietigen, om de aarde om te vormen vanuit de kracht van het menselijke denken in een web van reusachtige gedachtespinnen, maar wel reele spinnen: (GA 205, 28.6.1921) Daarmee wordt heel duidelijk gezegd dat het hier uiteindelijk gaat om de vernietiging van het Ik, dat de kern vormt van de menselijke individualiteit. En dan wijst Rudolf Steiner op het meest effectieve middel waarmee de mens deze plannen van Ahriman kan tegenwerken en dat dus ook een beslissend tegenwicht kan vormen tegen het zich wereldwijd verbreiden van de elektronische media. Het gaat om de bewuste relatie tot Christus, die te verkrijgen is langs de weg van de innerlijke ontwikkeling, die tot doel heeft in Hem dat wezen te leren kennen dat met het ware ik van de mens wezensverwant is en daardoor ook in Hem gevonden kan worden. Rudolf Steiner haalt bij deze passage de woorden van Paulus aan, die in de strijd van de mens tegen het toekomstige spinnenweb absoluut moeten worden verwezenlijkt. 'Dat is het doel van Ahriman, waaraan de mens moet ontkomen door werkelijk doordrongen te zijn van de geestwoorden: 'Niet ik, maar Christus in mij: zodat het ware ik in hem tot leven komt, het onsterfelijke ik: (id.) Daarmee schept de mens in zichzelf een onwankelbare innerlijke basis om niet alleen aan de ahrimanische machten, maar zelfs aan Sorat tegenstand te kunnen bieden. Dan werkt de mens niet alleen, maar Christus in hem en met hem samen. |
151 |
De perspectieven van dit strijdtoneel - dat nog de hele komende tijd van de aarde-ontwikkeling zal voortduren - schetst Rudolf Steiner met het vermelden van het hemelse Jeruzalem, waar de krachten liggen die de mensheid bij de overgang van de aarde naar Jupiter zullen leiden, terwijl de aarde zelf steeds meer tot lijk zal worden. Dit thema sluit Rudolf Steiner af met de dringende oproep om begrip te krijgen voor deze dingen. Ook wijst hij op hetgeen zich met kracht daartegen zal verzetten: 'de grote, vreselijke zucht naar abstractie' die nu 'door de wereld gaat' en 'helemaal toegerust is om de krachten van de neergang verder tot ontwikkeling te brengen' (id.). Deze 'zucht naar abstractie' wordt nu vooral door de elektronische media zeer sterk gestimuleerd. Daar zet Rudolf Steiner de belangrijkste opgave van de antroposofische vereniging tegenover: de situatie waarin de mensheid is gekomen geesteswetenschappelijk te begrijpen, haar moedig onder ogen te zien en bewust de tegenmiddelen in te zetten die in onze tijd van de etherische wederkomst van Christus toch al verbonden zijn met de voornaamste taak van de antroposofie in de wereld. |
Het noodzakelijke tegenwicht |
De zegetocht van het computerwezen in het leven van de mensheid neemt nu werkelijk adembenemende dimensies aan. Door de toenemende computerisering ook in China, India en ZuidAmerika schrijdt deze ontwikkeling van culminatie naar culminatie. Daarbij komt de computer voor steeds meer mensen in de plaats van de bioscoop (ook als video) en televisie. En veel wijst erop dat de computer, met licht- en later zelfs bio-chips (zie ook eerder in dit hoofdstuk) uitgerust, alle andere media steeds meer zal verdringen en dan uiteindelijk zal vervangen. Zo moeten de volgende woorden van Rudolf Steiner, die toen primair betrekking hadden op film en bioscoop, nu beslist ook |
152 |
in verband worden gebracht met het wezen van de computers in deze ruimere zin: 'Veel fenomenen van het moderne cultuurleven werken storend, bijvoorbeeld met name de lichtbeelden [film], die het etherische lichaam absoluut schade toebrengen. Lichtbeelden wekken ook de zinnelijkheid op: (GA 130, notities bij een voordracht van 29.1.1911) En meteen daarna wijst Rudolf Steiner erop wat de mens hier kan helpen: een ware, uit de geestelijke wereld geïnspireerde kunst en de geesteswetenschap, die hem het noodzakelijke innerlijke houvast kan geven, ook bij de stortvloed van elektronische media. 'Echte kunst kan dat wat uit de hogere werelden komt, tot heil van de mensen verzinnebeelden. In de geesteswetenschappelijke wereldbeschouwing werken wij in samenwerking met bovenzinnelijke machten. Niets anders dan geestelijke kennis geeft een vast steunpunt in het innerlijk ... Maar alleen door eigen innerlijke activiteit in het wakkere innerlijk kan de ziel een vast steunpunt vinden. Een geesteswetenschappelijke stemming geeft de mensen een houvast en geeft vrede aan de mensen want ze hebben een vaste steun in het eigen innerlijk door wat hen wordt geboden door de geesteswetenschap, die voor de ziel net zo nodig is als het dagelijks brood voor het lichaam: (id.) Het materialisme, dat door de wereldwijde verbreiding van het computerwezen uitermate in de hand gewerkt is, gaat vergezeld van de ontwikkeling van een 'virtual reality', waartoe de mens om zich te beschermen tegen het materialisme - zonder zich dat bewust te zijn - graag zijn toevlucht wil nemen. Zo brengt hij steeds meer tijd door in de schaduwwereld van grenzenloze dromerijen, om alle problemen en vragen die hem anders zouden kwellen, te ontvluchten. Maar het gevolg daarvan is dat daardoor langzaam maar zeker de meest ongebreidelde driften in de mens tevoorschijn zullen komen. Op dit gevaar wijst Rudolf Steiner met: 'Dat neemt toe van door dromerijen dronken mensen, tot aan een ongeremde hang naar criminaliteit, omdat de tegenstanders van de Archai op deze manier in de zintuiglijke wereld werken: (id.) Dat is het werk van ah- |
153 |
rimanische wezens die zich nu verzetten tegen de michaëlische tijdgeest en daarvoor alle denkbare middelen gebruiken. En daartoe behoren in onze tijd vooral computer en internet. Deze ontwikkeling zal echter geenszins verhinderd noch vermeden kunnen worden. 'Elk mens moet zijn plaats in de wereld vervullen, moet iets meemaken van wat op de gekenschetste manier in de mensheid binnenstormt. Onstandvastigheid, onzekerheid, verlies van evenwicht zullen anders gemeengoed worden. Mensen die tussen dweperij en materialisme heen en weer schommelen, kunnen de weg nergens meer vinden: (id.) Het gaat er dus niet om - en dat moet hier nog eens in alle duidelijkheid worden benadrukt - voor het computer- en het internetwezen terug te schrikken, of het te mijden. Het gaat er allereerst om - voor wat betreft de technische mogelijkheden die van internet en computer uitgaan - niet in euforie en dweperij te vervallen, die ons in een regelrechte verslaving kunnen meeslepen, maar om aan dat wat materieel onvermijdelijk is, een adequaat tegenwicht in de geest te bieden.95 Er moet hier vooral op drie negatieve gevolgen worden gewezen door de uitgebreide toepassing van het computerwezen (ook als producent van 'lichtbeelden). Het veroorzaakt in de mens: - passiviteit van het denken, - verstoring van het imaginatieve vermogen en - verzwakking van de wil. Deze drie eigenschappen hebben alle een uitgesproken antimichaëlisch karakter. Het volgende laat dat duidelijk zien. Zo verwacht Michaël als de 'vurige gedachtevorst van de kosmos' (wv -03, blz. 60) dat de mensen de intelligentie, die hun vrij ter beschikking is gesteld, gebruiken om de geestelijke wereld actief te begrijpen, zodat daardoor een bewuste verhouding tot Michaël en zijn geestsfeer zal ontstaan. Ook neemt Michaël vanaf onze tijd rechtstreeks deel aan het feit dat ' .. .in het algemene intellectuele bewustzijn van de mensheid allengs de kracht van de imaginatie zal binnenko- |
154 |
men: (wv -03, blz. 200) Want tot de belangrijkste taken van de resterende eeuwen van het vijfde na-Atlantische tijdperk behoort de beslissende stap om bewuste imaginaties op te nemen waarmee de mensheid bewust het geestelijke rijk kan betreden, waar nu de etherische Christus rondgaat. Ook in verband met de wil van de mens heeft Michaël nu een belangrijke daad te volbrengen: 'Het is Michaëls taak de mens op de weg van de wil weer daarheen te leiden waar hij vandaan is gekomen, toen hij langs de weg van het denken met zijn aardse bewustzijn van het beleven van het bovenzinnelijke naar het beleven van het zintuiglijke afdaalde: (WV-03, kerngedachte 105) Met andere woorden: Michaël wil de mensheid van nu op de weg van het willen - daar waar het vooral om het willen in het denken gaat - van het zintuiglijke terugbrengen tot het beleven van het bovenzinnelijke, op een nieuwe, bewuste manier. Uit het bovenstaande volgt dat de drie genoemde aantastingen van het innerlijk van de mens als gevolg van een voortdurend bezig zijn met elektronische media een uitgesproken anti-michaëlisch karakter hebben. Daarom is het van doorslaggevende betekenis om daar vanuit de geesteswetenschap - waarvan de oorsprong bij Michaël zelf ligt - adequate geestelijke middelen tegenover te stellen om de beschreven ahrimanische aanval op de mens uit de sfeer van de ondernatuur af te weren. 'Door de geesteswetenschap wordt nu een andere sfeer geschapen waar het ahrimanische volstrekt ontbreekt. En juist door het met inzicht opnemen van die geestelijke inhoud, waartoe de ahrimanische machten geen toegang hebben, krijgt de mens de kracht om in de wereld Ahriman tegemoet te treden: (WV-03, 'Van de natuur naar de ondernatuur'; cursivering RS) Tegenover de algemeen verbreide passiviteit van het denken moet de intensieve studie van de geesteswetenschap gesteld worden, die met de grootste ernst en in de zin van de eerste trap van de moderne inwijding wordt beoefend. 'De mens moet eraan wennen de samenhangen in de wereld volgens grote, on- |
155 |
baatzuchtige gezichtspunten te denken. Wanneer iemand als eenvoudig mens dit rozenkruiserpad wil gaan, dan is daarvoor de studie van de elementaire leer van de geesteswetenschap de beste weg [ ... ] Want juist het zich verdiepen in deze waarheden reinigt het denken en maakt het zo gedisciplineerd dat de mens rijp wordt voor de andere richtlijnen, die naar het occulte pad leiden: (GA 96, 20.10.1906) Rudolf Steiner wijst wat dit betreft vooral op het energiek bestuderen van zijn boeken Waarheid en wetenschap (wv-fI) en De filosofie van de vrijheid (wv-f2) en noemt het zich verdiepen in deze boeken 'gymnastiek voor ziel en geest' in het denken. Zo kan de geesteswetenschap iemand een betrouwbaar middel in handen geven om de passiviteit van het denken als cultuurziekte te overwinnen. Door de elektronische media wordt nu - voor de meeste mensen onbewust - het menselijke denken steeds meer gebonden aan de krachten van de ondernatuur, wat een bewust afstemmen van de denkkrachten op de bovennatuur, dat wil zeggen op de inhouden van de geestelijke wereld, des te noodzakelijker maakt. Dat kan worden gedaan door zich grondig te verdiepen in de geesteswetenschap van deze tijd. Op dezelfde manier geschiedt dit ook met het wezen van het imaginatieve. Zo kan tegenover de 'lichtbeelden' (film, enzovoort), die de imaginatiekracht van de ziel doden, in de eerste plaats effectief de 'echte kunst: die haar impulsen uit de hogere werelden haalt, worden geplaatst. Maar daarvoor is het nodig dat de mens zich tot werkelijk hartedenken opwerkt. Want in tegenstelling tot het hoofd, denkt het mensenhart in imaginaties, die vervolgens een sociaal opbouwende werking kunnen ontwikkelen, waardoor ook de isolering en vereenzaming van de mensen, wat veroorzaakt wordt door het computerwezen, steeds meer overwonnen kan worden. Op deze plek moet vooral worden benadrukt dat het wat dit betreft niet om kunst in het algemeen gaat, en ook niet om willekeurige kunstvormen, maar alleen om die soorten kunst die kunnen leiden tot het opwekken en het activeren van het |
menselijke etherische lichaam. Daartoe behoren vooral de echte euritmie, de ware spraakvorming en het kunstzinnig werken met kleuren dat in het etherische beleven haar oorsprong heeft. Omdat nu zelfs deze kunsten ten dele al de verbinding met de wekkende etherische krachten hebben verloren, moet ook daarbij een strenge differentiatie volgens deze criteria plaatsvinden. Ook de goetheanistische beschouwing van de natuurfenomenen, die een sterke imaginatie-bevorderende kracht in zich draagt, is een werkzaam middel om de aantasting van de imaginatieve vermogens door de elektronische media effectief tegen te gaan. Hier moet nogmaals worden gewezen op het al eerder genoemde fundamentele onderscheid tussen een op het beeldscherm verschijnende tekstpagina en het gedrukte boek. Omdat het laatste als eindproduct nog deel uitmaakt van de natuurlijke wereld en daarom vaak kunstzinnig kan worden vormgegeven, bestaat voor de lezer in principe de mogelijkheid om op grond van deze vormgeving de inhoud van het boek in een daarbij passende stemming op te nemen. Maar dat verdwijnt bij de elektronische weergave van tekst totaal, omdat het zich hier alleen op het niveau van de pure 'informatie' afspeelt. Ook de verzwakking van de wil, die in onze tijd allang een algemeen cultuurverschijnsel is, wordt door het urenlang voor het beeldscherm zitten nog eens extra in de hand gewerkt. Het hier aangehaalde probleem ligt vooral in het gevaar dat een mens met verzwakte wil veel eenvoudiger door occulte kringen te manipuleren is, zoals die hier eerder werden genoemd. Omdat deze achtergronden nauwelijks bekend zijn, wordt iemand door middel van de elektronische media des te makkelijker voor hun twijfelachtige doelen te gebruiken. Tegenover dit ernstige gevaar kan alleen het besluit genomen worden om te mediteren - dat Rudolf Steiner trouwens ook de meest vrije daad van de mens noemde - wat dan kan resulteren in een diep en serieus meditatiefleven. Ook het werken aan de zogenaamde 'basisoefeningen' kan wat dit betreft een grote hulp zijn (zie GA 245). |
157 |
Het is allang aan de tijd om de innerlijke moed op te brengen om op basis van de geesteswetenschap te erkennen dat, net als toentertijd de uitvinding van de boekdrukkunst, nu de elektronische media het sterkste wapen vormen dat tegen Michaël is gericht. Alleen was het eerste nog uit de krachten van de natuur gecreëerd, terwijl het laatste uit de krachten van de ondernatuur komt. Dat de elektronische media en de Michaëlimpuls tegengesteld zijn afgestemd, kan aan de hand van nog twee voorbeelden aanschouwelijk worden gemaakt. Rudolf Steiner zegt over Michaël: 'Michaël bevrijdt de gedachten uit het gebied van het hoofd; hij maakt er de weg naar het hart voor vrij: (WV-03, blz. 59) Maar precies het tegendeel gebeurt bij de elektronische media, waardoor het wezen van de gedachten in het gebied van het hoofd vastgemetseld wordt. Daardoor ontstaat het gevaar dat de hartekrachten steeds sterker worden blootgesteld aan de impulsen die uit de lagere instinct-en begeertegebieden van het mensenwezen naar boven komen. De weg van de draak uit de onderbewuste regionen van de menselijke wil, die met het stofwisselingssysteem zijn verbonden, krijgt vrije doorgang in de richting van het hart. Hoe dat nu de Michaëlkracht kan tegenwerken, beschrijft Rudolf Steiner uitvoerig in de voordracht van Het tweede voorbeeld is verbonden met de volgende woorden van Rudolf Steiner: 'Het is Michaëls opdracht in het etherische lichaam van de mensen de krachten te brengen waardoor de gedachteschaduwen weer leven krijgen; dan zullen de zielen en geesten van de bovenzinnelijke wereld zich naar de tot leven gewekte gedachten neigen: (wv-03, blz. 77; cursivering RS). Ook uit deze woorden blijkt heel duidelijk hoezeer het wezen |
van de elektronische media deze opdracht van Michaël tegenwerkt. Want door deze media worden de menselijke gedachten in hun schimmige toestand als het ware geconserveerd en in de 'virtual reality' ingekapseld. Des te moeilijker kunnen ze vervolgens tot leven worden gewekt en in een bewuste verbinding met de goede wezens van de geestelijke wereld worden gebracht. De geesteswetenschappelijke studie, het zich bezighouden met echte kunst en het actieve meditatieve leven in michaëlische zin kunnen bij het gebruik van elektronische media, die door de cultuur bepaald en daarom onvermijdelijk zijn, beslist een effectief middel zijn dat het mogelijk maakt de relatie met Michaël niet te laten afbreken, maar zelfs om zijn impulsen in de beschreven regionen van de ondernatuur binnen te brengen. Met andere woorden, het gaat er niet om zich passief over te geven aan de geweldige verzoeking die met de elektronische media is verbonden, maar - omdat ze toch al een centrale plaats hebben in deze wereld - om de michaëlische strijd daartegen op te nemen en uit te vechten. Maar daar is een adequate voorbereiding en een harnas voor nodig, waarover in dit hoofdstuk al werd gesproken. Zo kan de antroposofische vereniging samen met haar esoterische hogeschool een sterk bolwerk vormen tegen de wereldwijde negatieve gevolgen van de elektronische media. De eerste door het behartigen zowel van intensieve geesteswetenschappelijk studie als door het beoefenen van de verschillende antroposofisch geïnspireerde kunsten; en de tweede door het ontwikkelen van een actief en op Michaël gericht (eigentijds) meditatief leven. De tweede verzoeking die zich steeds meer vooral door het internet onder de mensheid verbreidt, ligt in de illusie dat men door zijn mogelijkheden een soort nieuw sociaal contact onder de mensheid zou kunnen doen ontstaan. Daarbij wordt er alleen veel te gemakkelijk aan voorbijgegaan dat dit alleen op het vlak van pure 'informatie' ontstaat en zich alleen maar bin- |
159 |
nen de ondernatuur ontplooit. Ook hier gaat het er niet om dit soort relaties te veroordelen, maar vooral om het creëren van een adequaat tegenwicht. Dat kan in de zin van de epigraaf van dit hoofdstuk alleen dan worden bereikt als het toenemend verstrikt zijn van de mensheid in de krachten van de ondernatuur duidelijk wordt onderkend, zodat een nieuw, uit vrije wil geschapen en volbewust contact tussen mensen door middel van de bovennatuur kan ontstaan. Een dergelijke mogelijkheid tot gemeenschapsvorming vanuit de krachten van de bovennatuur werd door Rudolf Steiner bij de Kerstconferentie door de nieuw opgerichte antroposofische vereniging mogelijk gemaakt. Zoals reeds op andere plaatsen is beschreven, ging het hier om de verwerkelijking van het woord van Christus: 'Mijn rijk is niet van deze wereld: (Joh. 18·36) dat Rudolf Steiner interpreteerde in de zin dat Christus in deze wereld zelf is afgedaald om te midden van de door Ahriman beheerste wereld zijn eigen rijk te stichten en de mensen de mogelijkheid te geven aan de uitbreiding daarvan mee te werken.96 Van dit oerbeeld uitgaande, gaf Rudolf Steiner de leden van de antroposofische vereniging de bovenzinnelijke grondsteen, ofwel de steen der liefde, opdat zich daarop een nieuwe men· sengemeenschap zou kunnen vormen. Deze gemeenschap staat dan volledig verankerd in de moderne, verregaand ge-ahrima- nis eerde civilisatie, maar heeft als basis iets wat als grondsteen der liefde niet uit deze wereld, maar uit het rijk van Christu werd gebracht. Daarmee heeft Rudolf Steiner de mensen een nieuwe en tegelijk door en door christelijke sociale vorm gegeven dit: als deze wereldwijd wordt verbreid, een tegenwicht vanuit de bovennatuurlijke wereld tot stand kan brengen tegenover het spinnenweb dat in de ondernatuur ontstaat, zoals dat in eerdere hoofdstukken werd beschreven. Uit wat hier gezegd is, wordt duidelijk hoe nauw het thema van de elektronische media ook met het tweede deel van dit |
160 |
boek verbonden is, met het mysterie van de grondsteenlegging, waarin Rudolf Steiner voor veel wat pas nu in de mensheid is gekomen en wat in de toekomst ongetwijfeld nog zal geschieden, de mensen een geestelijk middel in handen heeft gegeven om deze problemen op michaëlische wijze het hoofd te bieden. Ook het thema dat in het eerste deel van dit werk werd besproken is met de hier behandelde problemen nauw verbon den. Als we de genoemde elektronische openbaarmaking van de esoterische inhouden uit het werk van Rudolf Steiner bezien, dan is dat een feit dat niet meer veranderd kan worden. De vraag die dat oproept is: hoe kunnen wij ook hier een tegenwicht tot stand brengen? De oplossing ligt mijns inziens in de taak die in het eerste deel van dit boek werd gesteld: hoe vinden we in onze tijd een directe verbinding met Rudolf Steiner? Wordt deze verbinding gemaakt en verder door de leden van de antroposofische vereniging intensief behartigd, dan kunnen de negatieve gevolgen van een dergelijke openbaarmaking voor het huidige lot van de Michaëlschool op aarde worden afgewend. Want alleen door een reële verbinding met Rudolf Steiner wordt de door hem gestelde voorwaarde dat zijn werk niet gescheiden mag worden van zijn naam, gegarandeerd, omdat de bescherming hiertegen niet alleen uit de mensen op aarde kan komen, maar ook door bemiddeling van de geestelijke wereld, de gestorven antroposofen die zich daar bevinden en Rudolf Steiner zelf. Maar daarvoor is het nakomen van een andere voorwaarde noodzakelijk. In een tijd waarin het volledige werk van Rudolf Steiner, inclusief de intiemste en de meest esoterische inhouden, voor de openbaarheid toegankelijk wordt gemaakt - en die openbaarheid zal daarmee heus niet anders omgaan dan met welke esoterische literatuur dan ook die op de markt komt - zal nog meer dan in de tijd van Rudolf Steiner het volgende nodig zijn. Er moeten mensen zijn die op de inhouden die Rudolf Steiner heeft gehaald uit de werkelijkheid van de moderne initiatie - die het middelpunt vormt van de nieuwe mysteriën - met |
161 |
de juiste stemming ingaan, respectievelijk bereid zijn deze inhouden in zich op te nemen. Want alleen daardoor kan het feit van het elektronisch openbaar maken van deze inhouden op een geestelijke wijze worden gecompenseerd en derhalve kan de onvermijdelijke schade worden afgewend. Rudolf Steiner spreekt daarover in de laatste voordracht van de Paascyclus die hij na de Kerstconferentie in Dornach heeft gehouden: 'Maar het zal vóór alles noodzakelijk zijn dat het erkennen, het schouwen, het beleven van het geestelijke, dat uit de huidige initiatie gewonnen kan worden, met waardering en eerbied uit vrijheid wordt opgenomen. Want zonder waardering, zonder eerbied is een werkelijke kennis, is een geestelijk leven van de mensheid eigenlijk niet mogelijk: (GA 233a, 22.4.1924) Daar tegenin werken in onze tijd en met veel succes vooral de elektronische media, die eenvoudig alles wat binnen hun invloedssfeer komt, en dus ook de meest esoterische inhouden, naar het vlak van de zuivere informatie omlaag halen en daarmee elk gevoel van 'waardering en eerbied' tegenover deze inhouden al in de kiem smoort. Tegenover deze tendens moet volbewust een andere tendens geplaatst worden, die door Rudolf Steiner opgepakt en verder ontwikkeld is en eigenlijk teruggaat naar Goethe, Schiller en Novalis. Want Goethe had nooit tot zijn baanbrekende natuurwetenschappelijke studies kunnen komen zonder zich met de diepste eerbied tot de fenomenen van de natuur te wenden. En Schiller zou ook nooit zijn revolutionaire vrijheidsidealen hebben kunnen ontwikkelen zonder dezelfde diepe eerbied voor het wezen van de mens te hebben. En ook Novalis zou nooit zijn magisch idealisme hebben kunnen funderen zonder de diepste eerbied voor de geestelijke wereld die hij in zich droeg. Daarom kan in de laatste hier geciteerde woorden van Rudolf Steiner een direct aanknopingspunt en voortgang worden gezien van waarmee Goethe begonnen was in zijn Pedagogische Provincie, dat te vinden is in het tweede boek van Wilhelm Meisters Wanderjahre. Daar wordt erop gewezen dat in de moderne |
162 |
tijd geen mens meer de eerbiedskrachten als vanzelfsprekend met zich meebrengt in het leven, maar de opdracht heeft deze vrij in zichzelf te ontwikkelen. 'Maar één ding brengt niemand op de wereld mee, en toch is dat waarop het allemaal aankomt, opdat de mens in alle opzichten een mens wordt ... eerbied!,97 Zo werd door Goethe al aangeduid dat het niet om oude, overgeërfde eerbiedskrachten gaat, maar om nieuwe krachten, die door zelfopvoeding verworven moet worden. Alleen als vanuit deze krachten die - zoals we hebben gezien - de basis vormen voor de moderne scholingsweg in het tijdperk van de bewustzijnsziel, door de leden van de antroposofische vereniging wordt omgegaan met de esoterische inhouden van de Michaëlschool, wordt een tegenwicht tegenover de openbaarmaking daarvan in het algemeen - en in elektronische vorm in het bijzonder - gecreëerd. Daarmee hebben we gewezen op de meest urgente taken van de antroposofische vereniging enerzijds en de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap anderzijds. Als in de eerste een verdiept bezig zijn met het mysterie van de grondsteenlegging, dus met de eigen esoterische basis, werkelijk plaatsvindt, zodat de resultaten van een dergelijke arbeid als gemeenschapsvormend principe in de vereniging zichtbaar worden, en wordt binnen de Michaëlschool de relatie tot de oprichter, Rudolf Steiner, en tot de haar leidende tijdgeest behartigd, dan kunnen naar mijn overtuiging de negatieve gevolgen van de genoemde openbaarmakingen worden afgewend. Dan kan het ongeluk - in de zin van het 'sprookje' van Goethe - getransformeerd worden in een des te krachtiger impulsering van ons werk, en bovendien in de vernieuwde wil om de doelen aan te pakken en te volbrengen die Rudolf Steiner voor de antroposofische vereniging en haar ziel, de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap, heeft gesteld. |
Addendum II |
Rudolf Steiner over de toekomstige jeugd98 |
'De toekomstige jeugd komt uit heel andere kosmische werelden dan wij, dat zal zich in de toekomst nog sterker voordoen. Deze jeugd brengt een ongelooflijk denkvermogen, een virtuositeit in het denken mee. Dat is echter de grootste verzoeking en tegelijk de grootste ahrimanische aanval tegen de antroposofie. Daar dreigt het gevaar dat door het ongelooflijke gemak waarmee antroposofische begrippen worden opgepakt, de zaak in het denken blijft steken, en dat zich een ongelooflijk tevredenheidsgevoel ontwikkelt in het denken over antroposofie; maar tot de scholing zal niet worden doorgestoten. Het enige wat de jongeren gegeven kan worden, wat hun kracht zal geven om de toekomstige gebeurtenissen het hoofd te bieden, is dat ze de antroposofie in de scholing ontdekken. De scholing is het fundament en het enige waardoor de studie tot een werkelijk doel kan leiden. - Als antroposofie als wetenschap wordt geleerd, wordt ze schadelijk. Antroposofie mag nooit alleen maar theorie zijn; ze moet concreet tot leven komen. Als het alleen maar bij een leer blijft, dan wordt ze gedood en wordt ze overgegeven aan Ahriman, de Heer van de Dood. - Het denken en het zich eigen maken van een paar antroposofische begrippen valt de mensen van nu veel makkelijker dan slechts één enkele gewoonte afleren. Wat de antroposofie van onze zielen maakt, dat is veel belangrijker dan al het theoretische weten over geesteswetenschappelijke begrippen: Duitstalig
|
And from the earth will well up terrible creations of beings who in their character stand between the mineral kingdom and the plant kingdom as automative beings with super-natural intellect, an immense intellect. When this development takes hold, the earth will be covered, as with a web, a web of terrible spiders, spiders of enormous wisdom, which however, in their organization don’t even reach the plant status. Terrible spiders which will interlock with each other, which will imitate in their movements all that which humanity has thought of with their shadowlike intellect that was not inspired by a new imagination, through that which is to come through Spiritual Science. All man’s thoughts of this kind, which are unreal, will come alive. The earth will be covered ... with terrible mineral-plant-like spiders, which will link up with empathy but evil intention. And man ... will have to unite with these terrible mineralplant-like spider creatures.2These spider creatures will be of a distinct ahrimanic character. When one reads these prophetic words of the spiritual scientist today, in an era of world- wide connections via computer and the Internet, one may be disheartened to find how quickly this prophecy has become a reality on earth. It is as if Steiner, with his spiritual gaze, described today’s Internet from beyond the threshold, categorically warning humanity that in a not too distant future, with the unification of moon and earth, this whole Internet-computer-web, and in fact everything connected with the development of the artificial intellect, will suddenly come alive and humans “will have to unit his life with these terrible mineral-plant-like spider creatures.” If one considers how many people, in particular young people, have become computer addicted and spend most of their time in front of the screen without sufficient will to get away from it, then one can imagine how endlessly greater the dependence on this spider kingdom will be if in the future this whole net comes alive. Mankind will hardly have a chance to disconnect from it. The frightening picture of an insect caught in the net of a huge and ravenous spider, trying in vain to free itself, is an appropriate picture of this future for mankind. And it will be a very special task of white magic to free such people from their bond to these beings.
“There are those [human beings] who are quite consciously allies of the intention to en-web human existence.”3If one takes Steiner’s words seriously, there can be no doubt that these occult circles, which know of the above mentioned secrets and yet push mankind in this forlorn direction, have also found a suitable name for the internet, the most appropriate instrument to achieve this future, and spread it like a secret code: www = world wide web.